Er is zo ontzettend veel te vertellen over deze klokken dat het bijna onmogelijk is om het niet te lang te maken. Ik wil mij beperken tot wat details.
De oorsprong van deze Franse klokken ligt in het gebied van de Jura, Doubs en Haute Saône bij de Zwitserse grens (de Franse Comte). Eind 17e eeuw werd hier de basis gelegd voor het uurwerk, dat later in massaproductie is gemaakt. De klokken zagen er sober uit, zwarte gesloten ijzeren kast, eenvoudige wijzerplaat, één enkele wijzer voor de uren en als enig ornament: een eenvoudig handgezaagd belhekje voor de bel (de zogenaamde Mayetklokken, genoemd naar de oudste familie comtoisemakers). Er was veel vraag naar dit type klok en ze werden in grote getale gemaakt. Bij de vroege klokken was het uiterlijk van de klok een afspiegeling van wat er in Frankrijk op politiek, cultureel en economisch opzicht aan de hand was. In de loop der jaren is het uiterlijk van de comtoise veranderd. Het uurwerk is vrijwel hetzelfde gebleven, omdat het gewoon goed was.
De wijzerplaten zijn wel veranderd: van emaille cartouches op messing of houten wijzerplaten, naar helemaal geëmailleerde wijzerplaten. De schotelplaten (holle platen) werden tot omstreeks 1800 gemaakt. Na die tijd is men de gewone bolle plaat gaan vervaardigen. Vanaf 1730 ging men over van handgezaagde belhekjes naar gegoten ornamenten. Bekende gegoten ornamenten zijn: de haan (staat voor de dageraad), de zonnekop (staat voor de dag) en de adelaar (staat voor Napoleon).
Omdat de klokken massaal werden geproduceerd, ging men over van gegoten ornamenten naar geperste flinterdunne koperen versieringen. De oudere comtoises met geperste omlijsting zijn doorgaans symmetrisch van opbouw. Na 1850 is men hiervan afgestapt en zijn de dagelijkse dingen uit het leven in de ornamenten verwerkt (landbouw, jacht, huiselijke taferelen enz.)
De plaats van de slinger verandert. De slinger komt voor de gewichten te hangen! De klok wordt nu ook in een staande kast geleverd, waardoor de slinger, achter het glas, een decoratieve functie kreeg. Vanaf 1850 werd de ankergang (haakgang) in serieproductie genomen. Men kon nu zwaardere slingers maken, zoals harpslingers en bloemslingers, wat bij een spillegang niet mogelijk is. Bij een spillegang treft men de vouwslinger of draadslinger aan. Bijzonder is dat comtoiseklokken twee minuten na het slaan het aantal slagen herhalen. De reden is bekend: als het slaan begint, is men vaak nog niet bewust aan het tellen. Na twee minuten krijgt men een tweede kans. De bel van de comtoise is nogal luid, waardoor men de klok op grote afstand kan horen. De comtoise is in Nederland nog steeds een populaire klok. De meeste comtoises in Nederland hebben geen houten kast. Deze werd niet mooi gevonden en bleef in Frankrijk. Veel van deze kasten zijn verloren gegaan.
In mijn atelier staat een comtoise in een mooie beschilderde kast te koop.
Een boek om aan te raden: Stijl en Iconografie van de Comtoise.
Een mooi uitgevoerd boek, duidelijk met prachtige foto's, prettig te lezen met heel veel informatie. Een must voor de comtoise liefhebber!
Geschreven door Roy Michielsen. ISBN 978 90 814 23 717